-Coup de Ville, Implosie/Implosion

Warp, Sint-Niklaas, Curator Stef van Bellingen

Installation, in situ 12000 x 1000 cm

Material: iron, metal rod, wood, slides and drawings

Bart Prinsen interesseert zich voor onzichtbare en ongrijpbare systemen in het stadsweefsel. Tussenruimtes, randgebieden, plaatsen in transitie en grenzen waar binnen en buitenzicht met elkaar verbinden fascineren hem. Hij speurt naar nagelaten sporen en hoe die voortleven in ons geheugen, of hij fantaseert over werelden die herinneren aan een vroeger bestaan. Zoals in vele steden treft hij in Sint-Niklaas zowel leegstand aan als plekken in metamorfose. Zijn bijdrage voor Coup De Ville realiseert hij in een voormalig bankfiliaal dat wacht op een nieuwe functie of invulling.

Prinsen ervaart dat het failliet of de implosie van een bank een grote invloed heeft op de omgeving en dat de economische bedrijvigheid tal van andere facetten in de samenleving meesleept en dreigt op te slorpen. Dat fenomeen vertaalt Prinsen in een hellend vlak en hij baseert zich op het grondplan van het betreffende bankfiliaal. Het is een bewandelbare, scheve vloer doorheen de kantoren die een verschoven verwrongen perspectief op de ruimte doet ontstaan. Elke herinnering of poging tot reconstructie van de werkelijkheid vervormt de realiteit onvermijdelijk. Delen verdwijnen of worden uitvergroot. Er ontstaat letterlijk een gat in het geheugen. Hij interpreteert het geheel als een fictief verdwijningsproces waarin de bank krimpt en wegzinkt. Symbolisch implodeert de omgeving tot een zwart gat. Op een plaats waar een bureau stond, realiseert hij een gekrompen exemplaar uit dunne ijzeren staven.

Doordat de financiële wereld hoe langer hoe meer functioneert met onzichtbare transacties, begrijpen we niet meer wat er met ons geld gebeurt. Via netwerkkabels die in het gat uitmonden, verwijst Prinsen naar de virtuele handelingen. Ook staalkabels die de ruimte doorkruisen vormen visuele sporen van verplaatsingen. Boven, in en rond het hellend vlak verbeelden die draden de verbinding met de urbane omgeving van deze locatie. Door dat spel van lijnen in de ruimte ontstaan transparante en driedimensionale tekeningen. Ook de trajecten van mensen die zich van en naar de bank verplaatsen maakt Prinsen zichtbaar met staalkabel. Hij redeneert dat eens een bepaald traject niet meer wordt afgelegd, het even duurt voordat een automatisme verandert en effectief vervaagt uit ons geheugen. In dit geval staat de werkomgeving leeg en ze verandert en verschuift, wachtend op een nieuwe functie terwijl de voormalige invulling zich langzaamaan uit het geheugen wist.

Uit de catalogus van Coup De Ville 2016 – Stef van Bellingen

Bart Prinsen is interested in invisible and intangible systems in the urban fabric. He is facinated by interim spaces, peripheral areas, places in transition and borders where inside and outsiide connect. He delves for traces left behind, how they live on in our memory or concocts worlds reminiscent of an earlier existence. As in many cities, he finds in Sint-Niklaas both emptiness and places in metamorphosis. He realizes his contribution for Coup De Ville in a formar bank branch waiting for a new use or interpratation.

Prinsen experiences the bankruptcy or ‘implosion’ of a bank as a major impact on the enviramont and acknowledges that economic activity involves numerous other facets in society and threatens to absorb them.

Prinsen transposes this concept into a sloping plane based on the floor plan of the relevant bank branch. It is a skewed floor which can be walked on through all the offices and provides a displaced and distorted perspective on the area. Any reminder or attempt to reconstruct actuality inevitably distorts the realitty: parts either disappear or become magnified, literally creating a cap in a memory. He interprets the entirety as a fictional disappearing process in wich the bank is shrinking and sinking.

Symbolically the area implodes into a black hole. In a place where there was a desk, he creates a shrunken copy from thin iron bars.

Due to the fact that the financial world operates increasingly with invisible transactions, we can no longer understand what is happening with our money. Utilizing network cables leading to the hole, Prinsen alludes to these virtual actions. In addition, steel cables that traverse the area depict visual signs of movement. Positioned above, in and around the inclined plane, these wires represent the connection with the urban environment of this location. This interplay of lines within the space creates transparent and three-dimensional drawings. In addition, Prinsen also uses steel cable to visualize the trajectories of people who ones moved to and from the bank. He argues that once a certain route is no longer used there is a delay befor the automatism fades. In this case, the workplace is an empty environment, changing and shifting, waiting for a new function while the former purpose is gradually erased from memory.